ECLI:NL:HR:2011:BP0058
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen geldboete en vervangende hechtenis in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 18 december 2008. De verdachte, geboren in 1943, had een geldboete van € 10.000,- opgelegd gekregen, met een vervangende hechtenis van 80 dagen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. R. de Bree en mr. P.M. van Russen Groen, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, maar alleen voor wat betreft de hoogte van de geldboete en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, de geldboete verlaagd naar € 9.500,- en de vervangende hechtenis verminderd tot 76 dagen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen van de verdediging niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Tevens is vastgesteld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, wat heeft geleid tot de vermindering van de geldboete. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en J. de Hullu, en is uitgesproken op 26 april 2011.