2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1]
"[betrokkene 1] doet aangifte namens Albert Heijn op de [a-straat 1-2] te Utrecht wegens diefstal gepleegd op 16 april 2007. Het goed dat is ontvreemd betreft een pak sinaasappelsap, merk AH, prijs € 2,69. De verdachte heeft opgeven te zijn [verdachte], geboren [geboortedatum] 1976."
b. een proces-verbaal van politie van voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2]:
"Ik zag dat verdachte de kassa passeerde met een pak gekoelde sap in een krant gewikkeld. Ik vroeg of hij deze had afgerekend en hij vertelde dat hij dit pak sap had gekocht in Kanaleneiland. Ik vroeg of hij even mee wilde gaan naar kantoor om dat te controleren. Uit de camerabeelden en de temperatuur van het pak sap (9 graden) bleek dat hij het inderdaad hier uit het schap heeft gehaald. Toen wij hem daarmee confronteerde bekende hij ook dit te hebben gedaan."
c. een proces-verbaal van politie voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2]:
"U vraagt mij hoe ik zag dat het een gekoeld pak sap betrof welke ik in de krant gewikkeld zat. Ik zag dat aan de oranje ronde schroefdop die uit de krant stak. Niet gekoelde dranken hebben namelijk een witte schroefdop.
Ik heb helaas niet gezien dat verdachte dit gekoeld pak sap in de krant wikkelde. Wel werd er door mij en de bedrijfsleider later naar de camerabeelden gekeken. Ik zag op de beelden dat de verdachte binnen kwam met de krant dicht opgevouwen in zijn hand. Ik zag dus dat er niets in de krant gewikkeld zat."
d. een proces-verbaal van politie voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
"U vertelt mij dat ik vandaag diefstal heb gepleegd bij Albert Heijn aan de Voorstraat: Ja, dat klopt wel. U vraagt mij wat ik gestolen heb: Iets van drinken, ik had dorst.
U vertelt mij dat het een pak sinaasappelsap was: Ja, dat kan wel. U vraagt mij hoe ik het gedaan heb: Dat weet ik niet meer. Ik heb het gepakt en niet afgerekend. Dat weet ik nog. Ik weet dat ik schuldig ben aan diefstal, ik weet dat ik geen toestemming had van de eigenaar het goed weg te nemen en toe te eigenen."
e. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:
"Op maandag 16 april 2007, omstreeks 14:15 uur waren wij ter plaatse in de Albert Heijn winkel, gevestigd in de [a-straat 1-2] te Utrecht. Wij waren daar omdat er een man was aangehouden op verdenking van winkeldiefstal. De verdachte gaf op te zijn genaamd: [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats].
Nadat wij verdachte hadden overgenomen zagen wij dat de winkel voorzien was van cameratoezicht. De opgenomen beelden vanuit de winkel worden bewaard. Op deze beelden zaten wij dat verdachte op enig moment, enkele minuten voor de aanhouding, de winkel binnenkomt. Wij zagen dat verdachte in zijn handen een aantal kranten had. Duidelijk was te zien dat er in deze kranten niets verstopt zat, tenminste in elk geval geen pak jus d'orange. Tevens zagen wij dat er onder zijn andere kledingstukken ook geen pak jus d'orange verstopt kon zitten. Deze kledingstukken vertoonden namelijk geen opvallende bollingen of iets dergelijks."