ECLI:NL:HR:2010:BM4301
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Gezagswijziging op grond van niet-nakoming omgangsregeling in het belang van het kind
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een gezagswijziging na echtscheiding. De moeder, verzoekster tot cassatie, en de vader, verweerder in cassatie, waren in 2003 gehuwd en hebben een dochter. Na de echtscheiding in 2006 ontstonden er problemen rondom de omgangsregeling, waarbij de moeder zich niet hield aan de afspraken. De vader verzocht de rechtbank om hem het eenhoofdig gezag over hun dochter toe te kennen, omdat de moeder de omgang met hem belemmerde. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, met de overweging dat het wettelijk uitgangspunt is dat ouders gezamenlijk gezag uitoefenen, maar dat in uitzonderlijke gevallen, zoals hier, een gezagswijziging noodzakelijk kan zijn om te voorkomen dat het kind klem raakt tussen de ouders.
Het hof bekrachtigde de beschikking van de rechtbank, waarbij het hof oordeelde dat de moeder de omgang tussen de vader en het kind blijft belemmeren. De Hoge Raad heeft in cassatie de beslissing van het hof bevestigd. De Hoge Raad benadrukte dat niet-nakoming van een omgangsregeling niet automatisch leidt tot een gezagswijziging, maar dat het in dit geval wel noodzakelijk was om het belang van het kind te waarborgen. De Hoge Raad stelde dat de beslissing tot gezagswijziging aan hoge motiveringseisen moet voldoen, en dat deze in dit geval voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de moeder, waarmee de gezagswijziging in stand bleef.