ECLI:NL:HR:2010:BL6555
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.C. van Oven
- C.H.W.M. Sterk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek wegens vermeende rechterlijke partijdigheid in belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2010 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoeker X te Z, ingediend tegen de raadsheren J.W. van den Berge, A.H.T. Heisterkamp en M.W.C. Feteris. Het wrakingsverzoek werd ingediend in het kader van een cassatieprocedure, geregistreerd onder nummer 09/00397, waarbij de verzoeker meende dat de betrokken raadsheren niet onpartijdig konden oordelen. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 16 februari 2010, waarbij de Advocaat-Generaal C.W.M. van Ballegooijen aanwezig was. De gewraakte raadsheren hadden aangegeven niet te willen worden gehoord in verband met het wrakingsverzoek.
De Hoge Raad overwoog dat het verzoeker niet was gelukt om voldoende gronden aan te voeren die zouden wijzen op een gebrek aan onpartijdigheid van de raadsheren. De verzoeker stelde dat eerdere uitspraken van de raadsheren in zijn zaken een inbreuk op het Gemeenschapsrecht opleverden, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om te concluderen dat de raadsheren niet onpartijdig konden oordelen. De Hoge Raad benadrukte dat de rechters in hun functie de uniforme toepassing van het Gemeenschapsrecht dienen te waarborgen en dat de verzoeker niet had aangetoond dat de raadsheren in hun eerdere uitspraken onterecht hadden gehandeld.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het wrakingsverzoek ongegrond, waarmee de rechters in hun onpartijdigheid werden bevestigd. De beslissing werd openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann, en de uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de waarborging van de rechterlijke onpartijdigheid in belastingzaken.