ECLI:NL:HR:2010:BK3489
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Oordeel over overschrijding van de redelijke termijn in cassatie en vermindering van gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 januari 2010 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een verdachte die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Midden Holland, locatie De Geniepoort' te Alphen aan den Rijn. De verdachte was geboren in 1977 en had beroep ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 november 2007. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J. Boksem, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Machielse concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest met betrekking tot de opgelegde straf en tot verlaging daarvan, terwijl het beroep voor het overige werd verworpen. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, die werd verminderd tot negentien jaren en zes maanden.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling van de middelen vastgesteld dat het eerste middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling aan de orde stelde. Het tweede middel, dat betrekking had op de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, werd echter gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), was overschreden, omdat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden. Dit leidde tot de conclusie dat de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van twintig jaren moest worden verminderd.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de redelijke termijn in strafzaken en de gevolgen van overschrijding daarvan. De beslissing werd genomen door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en W.F. Groos, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.