ECLI:NL:HR:2010:BF0399
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbaarheid van omzetbelasting in het laatste tijdvak van het boekjaar
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aftrekbaarheid van omzetbelasting. De belanghebbende, X B.V., had over het vierde kwartaal van 2004 een bedrag aan omzetbelasting voldaan en hiertegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, maar de Rechtbank te Leeuwarden vernietigde deze uitspraak en bepaalde dat de belanghebbende recht had op teruggaaf van omzetbelasting. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarna de belanghebbende cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof buiten de rechtsstrijd was getreden door te concluderen dat artikel 12, lid 3, van de Wet op de omzetbelasting 1968 niet de mogelijkheid biedt om eerder niet in aftrek gebrachte omzetbelasting alsnog in het laatste tijdvak van het boekjaar in aftrek te brengen. De Hoge Raad bevestigde dat de herrekening van de aftrek van omzetbelasting op basis van de voor het gehele boekjaar geldende gegevens correct was toegepast door het Hof.
De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van de belanghebbende faalden en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. De uitspraak van het Hof en de Rechtbank werden bevestigd, en er werden geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is van belang voor de interpretatie van de regels omtrent de aftrekbaarheid van omzetbelasting en de toepassing van de relevante wetgeving.