ECLI:NL:HR:2009:BK0909
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van emissiekosten in vennootschapsbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 oktober 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De zaak betreft de aftrekbaarheid van emissiekosten in de vennootschapsbelasting van belanghebbende, een naamloze vennootschap. De Inspecteur had bij het vaststellen van de aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2000 het verlies van dat jaar bij beschikking vastgesteld. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Rechtbank de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en het verlies over het jaar 2000 nader vastgesteld. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende in 2000 een emissie van aandelen heeft gedaan om een buitenlandse groep over te nemen. De kosten die hiermee gepaard gingen, zoals de 'underwriting discount' en advieskosten, werden door belanghebbende in aftrek gebracht. De Rechtbank oordeelde dat deze kosten aftrekbaar waren, omdat ze betrekking hadden op de emissie en niet konden worden gerekend tot kosten die verband houden met een buitenlandse deelneming.
De Hoge Raad heeft het oordeel van de Rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de kosten van wijziging van het kapitaal in beginsel aftrekbaar zijn op grond van artikel 9, lid 1, aanhef en letter e, van de Wet op de vennootschapsbelasting. De Hoge Raad concludeert dat de kosten niet afhankelijk zijn van de wijze waarop het kapitaal wordt aangewend en dat er geen verband bestaat met de voordelen die uit de buitenlandse groep kunnen worden behaald. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en legt geen proceskosten op aan de Staatssecretaris.