ECLI:NL:HR:2009:BJ3279
Hoge Raad
- Cassatie
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake voltooide diefstal
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 12 februari 2007 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1980. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.C. Milani. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 07/11339.
De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Het is vastgesteld dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat betekent dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Ondanks deze overschrijding, en de opgelegde taakstraf van 100 uren, waarvan een deel voorwaardelijk is, heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolgen aan deze overschrijding verbonden hoeven te worden. De Hoge Raad heeft het beroep uiteindelijk verworpen.