ECLI:NL:PHR:2010:BN4296
Parket bij de Hoge Raad
- M. Knigge
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in een winkeldiefstalzaak met betrekking tot bewijsconstructie en verklaringen van de aangever
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 08/05199. De verdachte was eerder door het Gerechtshof te 's-Gravenhage veroordeeld voor diefstal. De verdediging voerde aan dat de verklaring van de aangever niet klopte en dat er geen sprake was van een voltooide diefstal. De verdachte had op 1 mei 2008 in een winkel in 's-Gravenhage sloten en deurkrukken weggenomen zonder deze af te rekenen. De aangever, een beveiliger, had waargenomen dat de verdachte de goederen in zijn tas stopte en de kassa passeerde, waarna de alarmpoortjes afgingen.
De verdediging stelde dat de videobeelden van de beveiligingscamera's een andere gang van zaken toonden dan de verklaring van de aangever. Het Hof had echter besloten om de aangever niet als getuige te horen, wat door de verdediging als onbegrijpelijk werd bestempeld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de verklaring van de aangever als bewijs kon dienen zonder dat deze als getuige was gehoord. Dit leidde tot de conclusie dat de afwijzing van het getuigenverzoek niet zonder meer begrijpelijk was.
De Hoge Raad concludeerde dat de beelden van de beveiligingscamera's een andere gang van zaken leken te tonen dan de verklaring van de aangever, en dat het Hof niet had aangetoond dat de diefstal al was voltooid voordat de verdachte de kassa passeerde. Hierdoor slagen de middelen van cassatie, en de Hoge Raad besloot het bestreden arrest te vernietigen en een nieuwe beslissing te nemen op basis van artikel 440 van het Wetboek van Strafvordering.