ECLI:NL:HR:2009:BH3921
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- W.M.E. Thomassen
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval met dodelijke slachtoffers en schuld in de zin van art. 6 Wegenverkeerswet 1994
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 22 juli 2003 in de gemeente Dronten, waarbij de verdachte, bestuurder van een bestelauto, betrokken was. De verdachte wilde een voorrangsweg oversteken tussen twee van rechts komende tractoren, maar maakte een inschattingsfout met betrekking tot de afstand tussen deze tractoren. Bij het optrekken verleende hij geen voorrang aan een van links komende auto, een BMW, die hij niet had opgemerkt. Dit leidde tot een aanrijding waarbij twee inzittenden van de BMW om het leven kwamen en een derde zwaar gewond raakte. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en oordeelt dat het oordeel van het Hof, dat de verdachte zeer onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden, niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar vermindert de opgelegde gevangenisstraf van acht maanden naar zeven maanden en twee weken, omdat de redelijke termijn van art. 6 EVRM is overschreden. De zaak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders in het verkeer en de gevolgen van verkeersfouten.