ECLI:NL:HR:2009:BG5920
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Heffing van precariobelasting ter zake van elektriciteitsnetwerken door waterschap
In deze zaak gaat het om de heffing van precariobelasting door het waterschap Zeeuwse eilanden voor de jaren 1998 tot en met 2002. De belanghebbende, X N.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen en voorlopige aanslagen in de precariobelasting. De heffingsambtenaar van het waterschap heeft deze aanslagen gehandhaafd, waarna het Hof te 's-Gravenhage het beroep van de belanghebbende gegrond verklaarde en de aanslagen verminderde. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verordening op de precariobelasting van het waterschap rechtmatig is vastgesteld en dat de heffing van precariobelasting in overeenstemming is met artikel 114 van de Waterschapswet. De Hoge Raad oordeelt dat het waterschap bevoegd is om precariobelasting te heffen voor de aanwezigheid van voorwerpen onder, op of boven de grond, mits het waterschap de aanwezigheid van deze voorwerpen toestaat. De belanghebbende heeft betoogd dat het waterschap in verband met de Belemmeringenwet Privaatrecht niet bevoegd is om de aanwezigheid van het leidingnetwerk te verbieden, maar de Hoge Raad oordeelt dat er geen sprake is van een ontneming van deze bevoegdheid.
De Hoge Raad concludeert dat de heffing van precariobelasting ter zake van elektriciteitsnetwerken is toegestaan en dat de argumenten van de belanghebbende niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 10 juli 2009.