ECLI:NL:HR:2008:BG1239
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- Rechtspraak.nl
Boete passend en geboden in geval van omkering bewijslast
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, die een aanslag in de inkomstenbelasting en een boete opgelegd kreeg voor het jaar 2000. De Inspecteur handhaafde de aanslag en de boete na bezwaar, maar het Hof vernietigde deze uitspraken en verlaagde de boete. Belanghebbende ging in cassatie tegen de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof de bewijslast ten aanzien van de elementen van het beboetbare feit niet correct heeft toegepast. De Hoge Raad stelt vast dat de omkering van de bewijslast niet betekent dat de rechter niet moet beoordelen of de opgelegde boete passend is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof voor wat betreft de boetebeschikking en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor rechters om de omstandigheden van het geval in acht te nemen bij het opleggen van vergrijpboetes, zelfs wanneer de bewijslast is omgekeerd.