ECLI:NL:HR:2008:BF3938
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in civiele procedure
In deze zaak heeft Udo Waalwijk B.V. en Udo Zaltbommel B.V. (hierna: Udo c.s.) Renault Nissan Nederland N.V. gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam, waarbij zij vorderden dat Renault zou worden veroordeeld tot schadevergoeding wegens wanprestatie en onrechtmatig handelen. De rechtbank heeft op 19 april 2006 de vorderingen van Udo afgewezen. Udo heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam. Tijdens het hoger beroep heeft Udo verzocht om een voorlopig getuigenverhoor, waarin zij dertien getuigen wilde horen over het door haar gestelde onrechtmatig handelen van Renault. Renault heeft zich tegen dit verzoek verzet.
Het hof heeft op 13 september 2007 het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen. Udo heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 21 november 2008 geoordeeld dat het hof terecht heeft geoordeeld dat Udo onvoldoende belang had bij het verzoek. De Hoge Raad overweegt dat Udo in het stadium van het geding geen nieuwe stellingen kon ontwikkelen en dat er geen nieuwe feiten waren die bewijslevering rechtvaardigden. Bovendien was de enkele onzekerheid van Udo over de uitkomst van het hoofdgeding onvoldoende om een gerechtvaardigd belang bij het verzoek aan te nemen.
De Hoge Raad heeft het beroep van Udo verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, waarbij de kosten aan de zijde van Renault zijn begroot op € 345,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.