ECLI:NL:HR:2007:AZ5448
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorlopig deskundigenonderzoek in arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze zaak heeft AEGON Schadeverzekering N.V. (hierna: Aegon) cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin het hof het verzoek van Aegon om een voorlopig deskundigenonderzoek afwees. Aegon had dit verzoek ingediend in het kader van een geschil met de verweerder, die stelde dat hij arbeidsongeschikt was in de zin van de polisvoorwaarden van de arbeidsongeschiktheidsverzekering. De rechtbank had de vordering van de verweerder gedeeltelijk toegewezen, waarna Aegon in hoger beroep ging en het hof verzocht om een deskundigenbericht te bevelen om haar stellingen te onderbouwen.
Het hof heeft het verzoek van Aegon afgewezen op grond van de overweging dat het verzoek in strijd was met een goede procesorde en dat er sprake was van onevenredigheid van belangen. Het hof oordeelde dat het belang van Aegon bij het onderzoek niet opwoog tegen het belang van de verweerder, die stelde dat een derde psychiatrisch onderzoek een aantasting van zijn persoonlijke integriteit zou zijn. Het hof concludeerde dat Aegon niet in redelijkheid tot het uitoefenen van haar bevoegdheid kon worden toegelaten, gezien de omstandigheden van het geval.
De Hoge Raad heeft het beroep van Aegon verworpen en de kosten van het geding in cassatie aan Aegon opgelegd. De beslissing van het hof werd bevestigd, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat het hof zijn afwijzing van het verzoek op juiste gronden had gebaseerd. De Hoge Raad benadrukte dat de beoordeling van de feiten en omstandigheden in deze zaak niet in cassatie kan worden herzien, en dat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk was.