ECLI:NL:HR:2008:BD0658
Hoge Raad
- Cassatie
- D.B. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vergoeding van compensatoire rente in schadestaatprocedure na onrechtmatige daad
In deze zaak gaat het om een schadestaatprocedure waarin [eiser] vorderingen heeft ingesteld tegen [verweerder 1] en [verweerder 2] wegens onrechtmatige daad. De zaak is gestart met een dagvaarding op 9 juni 2000, waarbij [eiser] een schadevergoeding heeft gevorderd van in totaal circa ƒ 3.700.000,-- aan misgelopen koopprijs en circa ƒ 300.000,-- aan gemaakte kosten, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft in een tussenvonnis van 12 juni 2002 en een eindvonnis van 17 december 2003 [verweerder] c.s. veroordeeld tot betaling van € 109.631,90 aan [eiser], vermeerderd met wettelijke rente. In hoger beroep heeft [eiser] zijn eis gewijzigd en compensatoire rente gevorderd over het verschil tussen de in 1985 ontvangen koopsom en de hypothetische prijs zonder het door [verweerder 2] gepleegde bedrog. Het hof heeft de vordering van [eiser] deels toegewezen en [verweerder] c.s. veroordeeld tot betaling van € 140.005,--, vermeerderd met wettelijke rente.
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de toewijsbaarheid van compensatoire rente. De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad heeft tevens [verweerder] c.s. in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 6.000,05 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.