ECLI:NL:HR:2008:BC8099
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontslag van instantie en schending van hoor en wederhoor in faillissementszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juni 2008 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een faillissementszaak. De eiser, die in staat van faillissement was verklaard, had een vordering ingesteld tegen de Staat der Nederlanden, strekkende tot schadevergoeding. De rechtbank had deze vordering afgewezen, waarna de eiser hoger beroep had ingesteld. Tijdens de procedure in hoger beroep heeft de Staat de curator van de eiser opgeroepen om het geding over te nemen. De curator is echter niet verschenen, wat leidde tot een ontslag van de instantie door het hof. De Hoge Raad heeft in zijn tussenarrest van 7 september 2007 reeds geoordeeld over de vordering van de Staat tot ontslag van de instantie, maar in deze zaak werd de vraag opgeworpen of het hof de eiser voldoende gelegenheid had geboden om te reageren op de vordering van de Staat. De Hoge Raad oordeelde dat het hof het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor had geschonden door de eiser niet in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over de vordering van de Staat. Dit was van belang voor de belangenafweging die het hof had moeten maken tussen de belangen van de Staat en die van de eiser. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werden de proceskosten gereserveerd voor de einduitspraak.