ECLI:NL:HR:2008:BC3720
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C. Schaap
- Rechtspraak.nl
Vertrouwen ontleend aan uitlating Inspecteur bij bezwaartermijn in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 oktober 2006, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar het Hof verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de uitspraak van de Inspecteur, die het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk had verklaard. De belanghebbende stelde dat hij op basis van een eerdere uitlating van de Inspecteur redelijkerwijs mocht vertrouwen dat hij zijn bezwaren niet meer schriftelijk hoefde in te dienen voor het verstrijken van de bezwaartermijn.
De Hoge Raad oordeelt dat de belanghebbende inderdaad aan de uitlating van de Inspecteur het vertrouwen heeft ontleend dat hij zijn bezwaren niet meer schriftelijk hoefde in te dienen. Dit vertrouwen was gerechtvaardigd, waardoor de belanghebbende niet in verzuim is geweest door alsnog een bezwaarschrift in te dienen na afloop van de wettelijke bezwaartermijn. De Hoge Raad concludeert dat de Inspecteur bij zijn uitspraak op het bezwaar terecht de niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege heeft gelaten. De uitspraak van het Hof is onjuist en kan niet in stand blijven.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de Staatssecretaris van Financiën tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de belanghebbende, vastgesteld op € 1288 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.