ECLI:NL:HR:2007:BB4977
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over kostenveroordeling in incidenteel hoger beroep na geschil over achterstallige betalingen na overgang van onderneming
In deze zaak gaat het om een geschil tussen Datacount Register Informatici Holding B.V. (hierna: Datacount) en Fujitsu Services B.V. (voorheen ICL Nederland B.V.) (hierna: ICL) over achterstallige betalingen aan werknemers na de overgang van onderneming. ICL had Datacount gedagvaard voor de rechtbank te Utrecht, waarbij zij vorderingen indiende voor niet uitgekeerde vakantiedagen, vakantietoeslag, provisie en salaris. De rechtbank wees de vorderingen af, waarna ICL in hoger beroep ging bij het gerechtshof te Amsterdam. Datacount stelde voorwaardelijk incidenteel hoger beroep in tegen het tussenvonnis van de rechtbank. Het hof vernietigde de eerdere vonnissen en veroordeelde Datacount tot betaling van een bedrag van € 52.119,81 aan ICL, maar verwierp het incidentele hoger beroep van Datacount.
Datacount ging in cassatie tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van Datacount niet tot cassatie konden leiden, omdat deze geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De Hoge Raad vernietigde echter de kostenveroordeling in het incidentele hoger beroep, omdat het hof ten onrechte had geoordeeld dat Datacount in de kosten van het incidenteel hoger beroep moest worden veroordeeld. De Hoge Raad veroordeelde Datacount in de kosten van het geding in cassatie, maar deze werden begroot op nihil aan de zijde van ICL.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot kostenveroordelingen in incidentele hoger beroepen, vooral in gevallen waar de verwerping van verweren niet automatisch leidt tot een kostenveroordeling voor de partij die het incidenteel hoger beroep heeft ingesteld.