ECLI:NL:HR:2007:BB4206

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R07/050HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over vaststelling kinderalimentatie tussen voormalige echtelieden

In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de vaststelling van kinderalimentatie. De vrouw heeft op 29 april 2005 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam, waarin zij verzocht om een bijdrage van € 300,-- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De man heeft dit verzoek bestreden. De rechtbank heeft op 8 februari 2006 het verzoek van de vrouw toegewezen, waarop de man in hoger beroep is gegaan bij het gerechtshof te Amsterdam. Hij verzocht de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de kinderalimentatie op nihil te stellen, of op een bedrag dat het hof juist acht.

Het gerechtshof heeft op 7 december 2006 de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de man cassatie ingesteld. De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2007.

Uitspraak

12 oktober 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R07/050HR
RM/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.M. Ruitenbeek-Bart.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 29 april 2005 ter griffie van de rechtbank Amsterdam ingediend verzoekschrift heeft de vrouw zich gewend tot die rechtbank en verzocht, kort gezegd, te bepalen dat de man € 300,-- per maand zal betalen als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van het minderjarige kind van partijen, [het kind].
De man heeft het verzoek bestreden.
De rechtbank heeft bij beschikking van 8 februari 2006 het verzoek van de vrouw toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft de man hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De man heeft verzocht de bestreden beschikking te vernietigen en de kinderalimentatie op nihil te stellen, althans op een zodanig bedrag als het hof juist acht.
Bij beschikking van 7 december 2006 heeft het hof de beschikking waarvan beroep bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 12 oktober 2007.