ECLI:NL:HR:2007:BA1718
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor niet-naleving mededelingsplicht bij betalingsonmacht van B.V. door ziekte
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder van een B.V. voor het niet voldoen aan de mededelingsplicht inzake betalingsonmacht, zoals vastgelegd in artikel 36 van de Invorderingswet 1990. De belanghebbende, die als enig bestuurder van B B.V. fungeerde, werd aansprakelijk gesteld voor de niet-betaalde loonbelasting en premie volksverzekeringen van de B.V. over het tweede, derde en vierde kwartaal van 2003. De Ontvanger had op 27 augustus 2004 een beschikking afgegeven waarin de belanghebbende aansprakelijk werd gesteld. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze beschikking werd ongegrond verklaard, waarna hij in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende niet tijdig had voldaan aan de mededelingsplicht vanwege een ernstige ziekte, die hem in de periode voorafgaand aan de aansprakelijkstelling had getroffen. De Advocaat-Generaal had eerder geconcludeerd dat het beroep in cassatie gegrond moest worden verklaard, en de Hoge Raad volgde deze conclusie. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende. De Hoge Raad benadrukte dat de beoordeling van de aansprakelijkheid van de bestuurder moet plaatsvinden op basis van de omstandigheden ten tijde van de mededelingsplicht en dat de financiële vooruitzichten van de B.V. in overweging moeten worden genomen.
Dit arrest is van belang voor de uitleg van de mededelingsplicht van bestuurders in situaties van betalingsonmacht, vooral wanneer de bestuurder door ziekte niet in staat is om aan deze verplichting te voldoen. De Hoge Raad heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan over de verantwoordelijkheden van bestuurders en de omstandigheden waaronder zij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het niet voldoen aan wettelijke verplichtingen.