ECLI:NL:HR:2007:AZ0614
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van arrest in beslag- en executierecht met verwijzing naar gerechtshof
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 januari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een invorderingszaak tussen de Ontvanger van de Belastingdienst en de Coöperatieve Groente- en Fruitveiling Vereniging 'Kerseboom' B.A. De zaak betreft een verklaringsprocedure na executoriaal derdenbeslag, waarbij de vraag centraal staat of er ten tijde van de beslaglegging een vordering van de geëxecuteerde op de derde-beslagene bestond. De Ontvanger had de Veiling en de Rabobank gedagvaard, waarbij hij vorderingen deed tot het verkrijgen van een gerechtelijke verklaring over de beslagen bedragen. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft in eerdere vonnissen de Rabobank en de Veiling veroordeeld tot betaling van aanzienlijke bedragen aan de belastingdeurwaarder. De Veiling heeft hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof heeft de Ontvanger toegelaten tot bewijslevering over een afspraak tussen de Veiling en een Poolse onderneming, Agriculture International Sp.Z.O.O. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd, omdat het hof een onjuiste juridische opvatting had over de aard van de rechtsverhouding tussen de Veiling en de bank. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de vraag of de Veiling een vordering had op de Agri ten tijde van de beslaglegging opnieuw moet worden onderzocht. De zaak is verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De kosten van het geding in cassatie zijn aan de zijde van de Ontvanger begroot op € 5.826,18 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.