ECLI:NL:HR:2007:AW3924
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Invloed van omzetbelasting op de gecorrigeerde vervangingswaarde volgens de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om de waarde van de onroerende zaak gelegen aan c-straat 1 te Z, vastgesteld voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. De waarde werd aanvankelijk vastgesteld op ƒ 23.297.000 door de directeur van de Dienst Gemeentebelastingen van de gemeente Amsterdam. Na bezwaar van de belanghebbende werd deze waarde herzien naar ƒ 19.826.000. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de directeur vernietigde en de waarde vaststelde op ƒ 14.825.000. Hiertegen heeft de belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de WOZ-waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op de gecorrigeerde vervangingswaarde, zoals bedoeld in artikel 17, lid 3, van de Wet WOZ. De belanghebbende is geen ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, wat van invloed is op de vaststelling van de waarde. De Hoge Raad oordeelt dat de wet vereist dat bij de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde rekening moet worden gehouden met de vervangingskosten inclusief de omzetbelasting, die drukt op de belanghebbende.
De Hoge Raad concludeert dat de gevolgen van het Hof-oordeel noodzakelijk voortvloeien uit de wet en dat er geen ongelijkheid ontstaat in de waardering van onroerende zaken, ongeacht het ondernemerschap van de eigenaar. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 9 februari 2007.