ECLI:NL:HR:2006:AZ1083
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van vermogensbeheerder voor negatief beleggingsresultaat
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Noordnederlands Effectenkantoor B.V. (NNEK) en particulieren over de aansprakelijkheid van NNEK voor een negatief beleggingsresultaat dat voortkwam uit de uitvoering van een vermogensbeheersovereenkomst. De eiseres, NNEK, werd gedagvaard door de verweerders, die vorderden dat NNEK hen zou vergoeden voor verliezen die zij hadden geleden. De rechtbank te Amsterdam heeft in eerdere tussenvonnissen de zaak naar de rol verwezen en NNEK toegelaten tot bewijslevering. NNEK heeft hoger beroep ingesteld tegen deze tussenvonnissen, maar het gerechtshof te Amsterdam heeft deze bekrachtigd. NNEK heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat de bewijslast in deze zaak op de verweerders rust, maar dat NNEK zich kan beroepen op een bevrijdende omstandigheid, namelijk dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad benadrukt dat de rechter bij het niet voldoen aan een verzwaarde stelplicht niet automatisch de bewijslast mag omkeren, maar dat dit afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid van vermogensbeheerders en de verdeling van de bewijslast in dergelijke zaken.