ECLI:NL:HR:2006:AY0112
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting door het ontbreken van instemming met afzien van getuigenoproeping
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1980 en wonende te [woonplaats], was in hoger beroep veroordeeld voor het niet hebben van een verzekering voor een motorrijtuig. De verdachte had in cassatie aangevoerd dat het Hof zonder uitdrukkelijke toestemming van de verdediging had afgezien van het horen van een niet verschenen getuige, wat volgens hem in strijd was met de wet. De Hoge Raad oordeelde dat het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep niet vermeldde dat de Advocaat-Generaal en de verdediging hadden ingestemd met het afzien van de hernieuwde oproeping van de getuige. Dit leidde tot de conclusie dat de instemming niet was gegeven, en dat het Hof op grond van de wet verplicht was geweest om de getuige opnieuw op te roepen. Het ontbreken van een met redenen omklede beslissing van het Hof om van deze oproeping af te zien, leidde tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de daaropvolgende einduitspraak. De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.