ECLI:NL:HR:2001:AB2943
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- A.M.M. Orie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden inzake diefstal door verenigde personen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 22 juli 1999 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, die was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen. Het Gerechtshof had de eerdere veroordeling door de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden van 16 december 1997 vernietigd en de verdachte een gevangenisstraf van vijftien maanden opgelegd. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen. De benadeelde partij heeft ook een schriftuur ingediend. De Advocaat-Generaal, Wortel, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwijzing naar een ander Gerechtshof voor herbehandeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft op 30 oktober 2001 uitspraak gedaan. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof had verzuimd om een getuige te horen, wat in strijd was met de toepasselijke wetgeving. Dit verzuim leidde tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep. De Hoge Raad stelde vast dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), was overschreden. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van het horen van getuigen in het strafproces en de noodzaak om de redelijke termijn in acht te nemen. Dit arrest heeft implicaties voor de rechtsgang en de waarborging van een eerlijk proces.