ECLI:NL:HR:2005:AT7649
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- J.W. van den Berge
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over tijdigheid van beroepschrift in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 26 maart 2004, betreffende de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belastingaanslag was oorspronkelijk vastgesteld op een belastbaar inkomen van ƒ 32.261, maar na bezwaar was deze verminderd tot ƒ 31.361. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep niet-ontvankelijk verklaarde op grond van een overschrijding van de beroepstermijn. Het Hof baseerde zijn oordeel op de datum van het poststempel van het beroepschrift, dat op 27 mei 2002 was afgedrukt, terwijl de termijn eindigde op 24 mei 2002.
In cassatie heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het oordeel van het Hof onbegrijpelijk is. De Hoge Raad stelt vast dat de omstandigheid dat het poststempel op 27 mei 2002 is geplaatst, niet uitsluit dat het beroepschrift vóór het verstrijken van de termijn op 24 mei 2002 ter post is bezorgd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wordt de Staat aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden. Dit arrest is gewezen op 17 juni 2005.