ECLI:NL:HR:2005:AT7031
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van cassatieberoep tegen beslissing op wrakingsverzoek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2005 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep tegen een beslissing op een verzoek tot wraking. De klager, geboren in 1954 en wonende te [woonplaats], had een wrakingsverzoek ingediend bij het Gerechtshof te Arnhem, dat op 14 februari 2005 een beschikking heeft gegeven. De klager was niet tevreden met deze beslissing en heeft beroep in cassatie ingesteld. De advocaat van de klager, mr. R.F. Speijdel, heeft een middel van cassatie voorgesteld, dat aan de beschikking van het Hof is gehecht.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat ingevolge artikel 515, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, tegen een beslissing op een verzoek tot wraking geen rechtsmiddel openstaat. Dit betekent dat het cassatieberoep van de klager niet-ontvankelijk is. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen in zijn beslissing.
De beschikking van de Hoge Raad is gegeven in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting. De klager is dus niet-ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep, wat betekent dat de eerdere beslissing van het Gerechtshof te Arnhem in stand blijft.