ECLI:NL:GHAMS:2012:BY3959
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijkheid wrakingsverzoek in strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2012. De appellant, hier aangeduid als [ verzoeker ], was niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. F.G. Bauduin, voorzitter van de wrakingskamer. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van [ verzoeker ] om wraking voortkwam uit een strafzaak waarin hij als verdachte was gedagvaard. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek heeft [ verzoeker ] meerdere verzoeken gedaan, waaronder om aanhouding van de behandeling en opname van de zitting op video, welke verzoeken zijn afgewezen. De wrakingskamer heeft op verschillende data, waaronder 14 oktober en 18 november 2011, de wrakingsverzoeken van [ verzoeker ] behandeld, maar deze zijn telkens afgewezen.
Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat op grond van artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering geen rechtsmiddel openstaat tegen de beschikking van de wrakingskamer. Dit betekent dat [ verzoeker ] in een eventueel hoger beroep tegen de uitspraak in de strafprocedure zijn wrakingsgronden kan aanvoeren, maar dat er geen zelfstandig rechtsmiddel bestaat tegen de uitspraak van de wrakingskamer zelf. Het hof concludeert dat [ verzoeker ] kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en dat er geen mondelinge behandeling van het hoger beroep zal plaatsvinden. Het verzoek van [ verzoeker ] om uitstel voor het indienen van gronden is daarmee ook niet meer aan de orde. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. J.G.E.Y. Lok, en is openbaar uitgesproken.