ECLI:NL:GHAMS:2012:BY3959

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.105.855/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijkheid wrakingsverzoek in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2012. De appellant, hier aangeduid als [ verzoeker ], was niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. F.G. Bauduin, voorzitter van de wrakingskamer. Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek van [ verzoeker ] om wraking voortkwam uit een strafzaak waarin hij als verdachte was gedagvaard. Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek heeft [ verzoeker ] meerdere verzoeken gedaan, waaronder om aanhouding van de behandeling en opname van de zitting op video, welke verzoeken zijn afgewezen. De wrakingskamer heeft op verschillende data, waaronder 14 oktober en 18 november 2011, de wrakingsverzoeken van [ verzoeker ] behandeld, maar deze zijn telkens afgewezen.

Het hof heeft in zijn beoordeling overwogen dat op grond van artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering geen rechtsmiddel openstaat tegen de beschikking van de wrakingskamer. Dit betekent dat [ verzoeker ] in een eventueel hoger beroep tegen de uitspraak in de strafprocedure zijn wrakingsgronden kan aanvoeren, maar dat er geen zelfstandig rechtsmiddel bestaat tegen de uitspraak van de wrakingskamer zelf. Het hof concludeert dat [ verzoeker ] kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en dat er geen mondelinge behandeling van het hoger beroep zal plaatsvinden. Het verzoek van [ verzoeker ] om uitstel voor het indienen van gronden is daarmee ook niet meer aan de orde. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. J.G.E.Y. Lok, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
wrakingskamer
BESCHIKKING
op het op 23 april 2012 ingediende verzoekschrift van:
[ VERZOEKER ] (hierna: [ verzoeker ]),
wonende te [ woonplaats ].
1. Het verzoek en de rechtsgang
1.1 Bij verzoekschrift, gedateerd 23 april 2012 en op die dag binnengekomen ter griffie van het gerechtshof Amsterdam, is [ verzoeker ] in hoger beroep gekomen van de beschikking van de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2012 met rekestnummer [ rekestnummer ], waarbij is beslist op het verzoek van [ verzoeker ] tot wraking van mr. F.G. Bauduin, voorzitter van de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam. [ verzoeker ] heeft tevens verzocht om uitstel van drie maanden voor het indienen van gronden. Het hof heeft bij brief van 1 mei 2012 hiervoor aan [ verzoeker ] een termijn gegeven tot en met 15 mei 2012.
1.2 Het hof heeft voornoemde beschikking bij de rechtbank Amsterdam opgevraagd en ontvangen, alsmede de navolgende met voornoemde beschikking verband houden stukken:
- een proces-verbaal van de openbare zitting van de
politierechter, mr. L. Biller, van 29 september 2011 in de zaak tegen de verdachte [ verzoeker ] met parketnummer [ parketnummer ];
- een proces-verbaal van de behandeling ter openbare zitting
van de wrakingskamer van 14 oktober 2011 van het door
[ verzoeker ] ingediende verzoek tot wraking van mr. Biller
voornoemd met rekestnummer [ rekestnummer ];
- een proces-verbaal van de behandeling ter openbare zitting
van de wrakingskamer van 18 november 2011 van het door [ verzoeker ] ingediende verzoek tot wraking van mrs. Berkhout en Giesen met rekestnummer [ rekestnummer ];
- de op 23 februari 2012 ter openbare terechtzitting gegeven
beschikking op het onder rekestnummer [ rekestnummer ] ingeschreven verzoek tot wraking van mrs. Berkhout en Giesen;
- het proces-verbaal van de behandeling ter openbare
terechtzitting van 10 april 2012 van het door [ verzoeker ] ingediende verzoek tot wraking van mr. Biller met rekestnummer [ rekestnummer ];
- de op 24 april 2012 ter openbare terechtzitting gegeven
beschikking op het door [ verzoeker ] ingediende
verzoek tot wraking van mr. Biller met rekestnummer
[ rekestnummer ].
[ verzoeker ] is van de ontvangst van deze stukken telefonisch in kennis gesteld.
1.3 Op 14 mei 2012 heeft [ verzoeker ] aanvullende stukken ingediend. Daarbij heeft [ verzoeker ] verzocht om uitstel van, bij voorkeur, vier weken voor het indienen van gronden. Dit verzoek had [ verzoeker ] eerder telefonisch gedaan.
2. Beoordeling
2.1 De zaak in eerste aanleg betreft - kort weergegeven – het volgende.
a. Op 29 september 2011 heeft een openbare terechtzitting plaatsgevonden voor politierechter mr. L. Biller, voor wie [ verzoeker ] als verdachte van een strafbaar feit was gedagvaard. Bij die gelegenheid heeft [ verzoeker ] de wraking verzocht van mr. Biller, nadat zijn verzoek om aanhouding van de behandeling was afgewezen.
b. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gericht tegen mr. Biller door de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam bestaande uit mrs. C.M. Berkhout, K.A. Brunner en C.W.M. Giesen (hierna: de eerste wrakingskamer), heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2011. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [ verzoeker ] de eerste wrakingskamer verzocht om aanhouding van de behandeling en tevens om te bepalen dat de behandeling op video zal worden opgenomen. Deze verzoeken zijn afgewezen, waarna [ verzoeker ] de wraking heeft verzocht van de eerste wrakingkamer. Dit verzoek was, naar later is gebleken, gericht tegen mrs. Berkhout en Giesen.
c. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gericht tegen mrs. Berkhout en Giesen door de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam bestaande uit mrs. F.G. Bauduin, R.H. de Vries en M.A.H. van Dalen-van Bekkum (hierna: de tweede wrakingskamer), heeft plaatsgevonden op 18 november 2011. Ter zitting heeft [ verzoeker ] de wraking verzocht van mr. Bauduin.
d. Bij de in het onderhavige hoger beroep bestreden beschikking van de (derde) wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2012 is [ verzoeker ] niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. Bauduin en is bepaald dat een volgend verzoek van [ verzoeker ] tot wraking van leden van de rechtbank belast met de behandeling van het verzoek tot wraking van (leden van) de wrakingskamers en van de politierechter niet in behandeling zal worden genomen.
e. Bij beschikking van de tweede wrakingskamer van 23 februari 2012 met rekestnummer [ rekestnummer ] is het verzoek van [ verzoeker ] tot wraking van mrs. Berkhout en Giesen afgewezen en is bepaald dat de behandeling van het wrakingsverzoek gericht tegen mr. Biller zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond.
f. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gericht tegen mr. Biller door de eerste wrakingskamer heeft plaatsgevonden op 10 april 2012.
g. Bij beschikking van de eerste wrakingskamer van 24 april 2012 onder rekestnummer [ rekestnummer ] is het verzoek van [ verzoeker ] tot wraking van mr. Biller afgewezen.
2.2 Het hof overweegt als volgt.
2.3 Uit de stukken blijkt dat het in de onderhavige zaak gaat om een hoger beroep gericht tegen de beschikking van de (derde) wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam inzake een strafzaak.
2.4 Op grond van artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) staat hiertegen geen rechtsmiddel open. [ verzoeker ] kan in een eventueel ingesteld hoger beroep tegen een in eerste aanleg gegeven uitspraak in de strafprocedure ten gronde, zijn wrakingsgronden aan de orde stellen (HR 14 juni 2005, LJN AT7031). Indien in dat hoger beroep van de strafzaak het hof tot het oordeel mocht komen dat zich een zodanig gebrek heeft voorgedaan in de samenstelling van het gerecht dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige instantie als bedoeld in artikel 6 lid 1 EVRM, zal een terugwijzing van de zaak dienen plaats te vinden, in het licht van het bepaalde in artikel 423 lid 2 Sv. Voornoemde correctiemogelijkheid staat aan een zelfstandig rechtsmiddel tegen de uitspraak van de wrakingskamer van de rechtbank in de weg.
2.5 Uit het voorgaande volgt dat [ verzoeker ] kennelijk niet-ontvankelijk is in dit hoger beroep. Op grond van artikel 11 lid 1 van het wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam, is derhalve geen mondelinge behandeling van het hoger beroep bepaald. Aan een inhoudelijke behandeling van het verzoek komt het hof niet toe.
2.6 Gelet op deze uitkomst is aan het verzoek van [ verzoeker ], om uitstel voor het indienen van gronden, het belang komen te ontvallen, zodat daarop niet zal worden beslist.
2.7 Een en ander leidt tot de volgende beslissing.
3. Beslissing
Het hof:
- verklaart [ verzoeker ] niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S. Clement, G.C.C. Lewin en C. Uriot in tegenwoordigheid van mr. J.G.E.Y. Lok als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het hof van 5 juni 2012.