ECLI:NL:HR:2005:AT2974
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging wegens overtreding van de Wet milieubeheer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Openbaar Ministerie was in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging wegens een overtreding van artikel 10.2 van de Wet milieubeheer (Wmb). De zaak betreft een verdachte die op 11 november 2000 in Amsterdam afval heeft gedeponeerd op de openbare weg. Het Hof had geoordeeld dat de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een bijzondere strafbepaling bevatte die bij uitsluiting in aanmerking genomen moest worden, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het OM. De Advocaat-Generaal heeft echter geconcludeerd dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd. De Hoge Raad heeft deze conclusie overgenomen en geoordeeld dat de APV niet als specialis kan worden aangemerkt ten opzichte van de Wmb. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling. Dit arrest benadrukt de noodzaak van een juiste toepassing van de rechtsregels omtrent de ontvankelijkheid van het OM in milieuzaken.