ECLI:NL:HR:2005:AS6009
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onvoldoende stellig getuigenverzoek in strafzaak tegen verdachte betrokken bij mensensmokkel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van mensensmokkel, waarbij hij op 29 mei 2003 vier personen van Chinese nationaliteit hielp om toegang tot Nederland te verkrijgen. De verdediging stelde dat er onvoldoende bewijs was voor het tenlastegelegde winstbejag en dat het Hof ten onrechte de verklaringen van vier getuigen niet had gehoord. De verdachte had tijdens de zitting gevraagd of de vier Chinezen nog konden worden gehoord, maar het Hof oordeelde dat het verzoek niet voldoende stellig was gedaan.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onbegrijpelijk had geoordeeld dat de verdediging niet de gelegenheid had gehad om de getuigen te ondervragen. Het Hof had het proces-verbaal van de verklaringen van de Chinezen tot bewijs mogen gebruiken, ook al was er geen andere steun voor deze verklaringen. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat het middel niet tot cassatie kon leiden. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak.
De zaak benadrukt het belang van een voldoende stellig verzoek tot het horen van getuigen in strafzaken en de rol van de Hoge Raad in het toetsen van de motivering van lagere rechters. De uitspraak heeft implicaties voor de bewijsvoering in strafzaken, vooral in situaties waar getuigenverklaringen cruciaal zijn voor de verdediging.