ECLI:NL:HR:2005:AR7344
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake aansprakelijkheid bij vertegenwoordiging van een coöperatie in een handelsrelatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen P&F Project Furniture B.V. en twee verweerders, die handelden namens de Coöperatie Idee 2. P&F had de verweerders gedagvaard voor de rechtbank te Assen, waarbij zij primair vorderden dat de verweerders hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 30.106,01. De rechtbank heeft de vordering van P&F in eerste instantie toegewezen, maar het gerechtshof te Leeuwarden heeft in hoger beroep het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de vordering van P&F afgewezen. P&F heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest van het hof.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat de Coöperatie, die op 12 juni 1998 is opgericht, haar onderneming dreef onder de naam "Idee 2" en dat de verweerders als bestuurders van de Coöperatie handelden. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verweerders P&F niet op de hoogte hebben gesteld dat zij handelden namens de Coöperatie, en dat P&F er daarom vanuit mocht gaan dat de verweerders persoonlijk aansprakelijk waren voor de verplichtingen die voortvloeiden uit de koopovereenkomsten.
De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens heeft de Hoge Raad de verweerders in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie over de rechtsvorm en vertegenwoordiging in commerciële transacties, en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen.