ECLI:NL:HR:2005:AR5742
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek door ontbreken pleitnotitie in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1957, had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof, waarin hij onder andere was vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten en was veroordeeld tot onbetaalde arbeid. De advocaat van de verdachte, mr. A.M. Seebregts, had tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 30 juni 2003 een pleitnotitie overgelegd, maar deze was niet terug te vinden in de stukken die aan de Hoge Raad waren toegezonden. Dit gebrek aan de pleitnotitie leidde tot de conclusie dat het onderzoek ter terechtzitting nietig was, omdat het ontbreken van dit document zozeer in strijd was met een behoorlijke procesorde dat het nietigheid van het onderzoek en de daaropvolgende uitspraak met zich meebracht. De Advocaat-Generaal Vellinga had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend Hof voor herbehandeling. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kan worden berecht en afgedaan.