ECLI:NL:HR:2004:AQ3055
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de vestiging van pandrecht op vorderingen en de eisen van registratie
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarin de Hoge Raad zich buigt over de vraag of aan de eisen van registratie van onderhandse akten van verpanding van vorderingen op naam is voldaan. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Grabandt, heeft cassatie ingesteld tegen de curator, mr. Jakob Cornelis Rosenberg Polak, die in zijn hoedanigheid als curator van Bouwpartners Projectdetachering B.V. optreedt. De zaak is ontstaan uit een geschil over de vestiging van een pandrecht op vorderingen van Bouwpartners. De eiseres vorderde primair dat er geen pandrecht ten gunste van haar was gevestigd en subsidiair dat de overeenkomst van 24 april 2001 vernietigd zou worden. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft in een eerder arrest geoordeeld dat er geen pandrecht was gevestigd, waarop de eiseres in cassatie ging.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de eis van registratie in artikel 3:239 lid 1 BW niet kan worden omzeild door het deponeren van de akte bij een notaris. De Hoge Raad oordeelt dat de registratie bij de belastingdienst noodzakelijk is om antedatering en andere onregelmatigheden te voorkomen. De Hoge Raad heeft de argumenten van de eiseres verworpen, waarbij werd benadrukt dat de wetgever met de registratieseis een psychologische rem wilde inbouwen tegen het opmaken van valse akten. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep van de eiseres verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R. Herrmann als voorzitter en de raadsheren J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 19 november 2004.