4.1De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 3.1 vermeld wat tussen partijen vast staat. Hetgeen daar is vermeld, is niet bestreden, zodat het hof daarvan uitgaat. Verder staan nog enkele feiten vast als gesteld en erkend of niet of niet voldoende gemotiveerd weersproken. Het hof zal hierna een overzicht geven van alle vaststaande feiten.
a. [Recycling] Recycling B.V. (hierna Recycling) heeft in opdracht en voor rekening van de V.O.F. werkzaamheden verricht, waarvoor facturen zijn verzonden voor in totaal in elk geval € 13.709,84.
b. De V.O.F. heeft in opdracht en voor rekening van [appellante] Transport B.V. (hierna Transport) werkzaamheden verricht die door de V.O.F. aan Transport zijn gefactureerd.
c. Bij akte van 20 januari 2014 (productie 5 bij brief van 23 december 2014 aan de griffier van de rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie Eindhoven) heeft Recycling, vertegenwoordigd door haar (indirecte) bestuurder [indirecte bestuurder appellante] , haar uitstaande vorderingen per 20 januari 2014 ad € 6.059.324,79 in pand gegeven aan [appellante] . Een bedrag van in totaal € 9.042,22 hiervan betrof vorderingen van Recycling op de V.O.F.
d. Bij akte van 27 januari 2014 (productie 6 bij brief van 23 december 2014 aan de griffier van de rechtbank Oost-Brabant, sector kanton, locatie Eindhoven) heeft Recycling, vertegenwoordigd door haar (indirecte) bestuurder [indirecte bestuurder appellante] , haar uitstaande vorderingen per 27 januari 2014 ad € 6.353.118,46 in pand gegeven aan [appellante] . Een bedrag van in totaal € 13.709,84 hiervan betrof vorderingen van Recycling op de V.O.F., waarbij inbegrepen de hiervoor in sub b genoemde vorderingen voor in totaal € 9.042,22.
e. Recycling is bij vonnis van 28 januari 2014 in staat van faillissement verklaard.
f. Transport is eveneens bij vonnis van 28 januari 2014 in staat van faillissement verklaard.
g. De V.O.F. had ten tijde van het faillissement van Recycling in elk geval van Recycling te vorderen in totaal € 1.573,98.
4.2.1In eerste aanleg heeft [appellante] gevorderd dat de kantonrechter [geïntimeerden] . hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd en uitvoerbaar bij voorraad zal veroordelen om aan [appellante] te betalen € 12.135,86, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de onderscheidenlijke facturen, althans vanaf 30 maart 2014, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, en nog te vermeerderen met de incassokosten conform de staffel Buitengerechtelijke Incassokosten € 896,36, alsmede [geïntimeerden] . hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, zal veroordelen in de kosten van de procedure.
4.2.2De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de pandakte met facturenlijst voor in totaal € 13.709,14 niet eerder dan op 28 januari 2014 bij de inspectie (Belastingdienst) ter registratie kan zijn ontvangen, maar dat op die dag Recycling al failliet was. Het pandrecht strekt, aldus de kantonrechter niet verder dan tot € 9.042,22. [geïntimeerden] . mogen op dat bedrag verrekenen € 1.573,98. De kantonrechter heeft niet aannemelijk geoordeeld dat de overige vorderingen zijn verrekend. [geïntimeerden] . zijn vervolgens hoofdelijk veroordeeld om aan [appellante] te betalen € 7.468,24, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding (24 juli 2014), tot aan de dag van voldoening. [geïntimeerden] . zijn verder hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure, de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.
4.3.1[appellante] vordert in het principaal appel onder het voordragen van vijf grieven dat het hof voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad het vonnis vernietigt voor zover haar vorderingen niet volledig zijn toegewezen, en opnieuw rechtdoende alsnog haar vorderingen volledig zal toewijzen, met volledige veroordeling van [geïntimeerden] . in de proceskosten, zowel in eerste instantie als in hoger beroep.
[geïntimeerden] . voeren verweer.
4.3.2[geïntimeerden] . vorderen in het incidenteel appel en onder het voordragen van drie grieven dat het hof, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, zonodig onder verbetering en/of aanvulling van gronden het door [appellante] gevorderde alsnog zal afwijzen, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten, zowel in eerste instantie als in hoger beroep.
[appellante] voert verweer.
In het principaal en incidenteel appel