ECLI:NL:HR:2004:AO1327
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over alimentatie en echtscheiding met betrekking tot de financiële situatie van de vrouw
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had in eerste instantie een verzoek tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage, waar de man, verweerder in cassatie, ook woonde. De rechtbank sprak op 20 november 2001 de echtscheiding uit en stelde de alimentatie voor de vrouw vast op ƒ 3.566,-- per maand. De vrouw ging in hoger beroep tegen deze beschikking, waarbij zij een hogere alimentatie vroeg, en het hof te 's-Gravenhage vernietigde de beschikking van de rechtbank op 11 december 2002, maar wees het verzoek van de vrouw tot alimentatie af. De vrouw ging vervolgens in cassatie bij de Hoge Raad, die de beschikking van het hof vernietigde en het geding ter verdere behandeling verwees naar het gerechtshof te Amsterdam.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de vrouw geen recht had op aanvullende alimentatie, ondanks haar financiële situatie en de lasten die zij had. De Hoge Raad benadrukte dat de vrouw, hoewel zij in de echtelijke woning bleef wonen, niet voldoende rekening had gehouden met de kosten die gepaard gingen met het verkrijgen van andere woonruimte, mocht zij besluiten te verhuizen. De Hoge Raad concludeerde dat de motivering van het hof niet voldeed aan de eisen van een goede procesorde en dat de vrouw in haar beroep in cassatie in haar gelijk gesteld moest worden. De zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing.