ECLI:NL:HR:2003:AN7555

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 december 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R03/123HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieverzoek tot voortgezet verblijf in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Officier van Justitie in het arrondissement 's-Gravenhage op 23 juni 2003 een verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van de verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verzoek was onderbouwd met een geneeskundige verklaring, ondertekend op 17 juni 2003. De rechtbank heeft op 21 juli 2003 de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. E. Huineman-Lindt, en de behandelend arts gehoord. Op 1 augustus 2003 heeft de rechtbank de verzochte machtiging verleend, met een geldigheid tot en met 10 september 2003, en verdere beslissingen aangehouden.

Tegen deze beschikking heeft de verzoeker cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 12 december 2003 heeft de Hoge Raad de beschikking gegeven, waarbij het beroep werd verworpen. De uitspraak is gedaan door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels.

Uitspraak

12 december 2003
Eerste Kamer
Rek.nr. R03/123HR
JMH/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Huineman-Lindt.
1. Het geding in feitelijke instantie
De Officier van Justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 23 juni 2003 onder overlegging van een op 17 juni 2003 ondertekende geneeskundige verklaring een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een machtiging tot voortgezet verblijf van verzoeker tot cassatie - verder te noemen: verzoeker - in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de rechtbank verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, en de behandelend arts op 21 juli 2003 had gehoord, heeft zij bij beschikking van 1 augustus 2003 de verzochte machtiging verleend, uiterlijk tot en met 10 september 2003, en iedere verdere beslissing aangehouden.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, D.H. Beukenhorst en A.M.J. van Buchem-Spapens, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 12 december 2003.