ECLI:NL:HR:2003:AF8705
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag omzetbelasting gemeente Delfzijl en recht op aftrek
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 mei 2003 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die was opgelegd aan de gemeente Delfzijl voor de periode van 1 januari 1993 tot en met 31 december 1996. De naheffingsaanslag bedroeg ƒ 77.600 en was na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. De gemeente heeft hiertegen beroep ingesteld bij het Gerechtshof, dat het beroep ongegrond verklaarde. De gemeente heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De zaak draait om de vraag of de gemeente als ondernemer kan worden aangemerkt in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, met betrekking tot de levering van glasafval aan B B.V. en de daaropvolgende aftrek van omzetbelasting. De Hoge Raad oordeelt dat de gemeente, ondanks haar publiekrechtelijke taken, in dit geval optreedt als ondernemer. De Hoge Raad stelt vast dat de diensten van B B.V. in rechtstreeks verband staan met de levering van het glasafval, en dat de gemeente recht heeft op aftrek van de in rekening gebrachte omzetbelasting.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de uitspraak van de Inspecteur, en vermindert de naheffingsaanslag tot ƒ 18.421 (€ 8359,09). Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de gemeente. Dit arrest bevestigt dat gemeenten in bepaalde gevallen als ondernemers kunnen optreden, wat gevolgen heeft voor hun belastingpositie.