ECLI:NL:HR:2002:ZC8145
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- J.W. van den Berge
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van overdrachtsbelasting na vernietiging van koopovereenkomsten
In deze zaak gaat het om een verzoek van belanghebbende om teruggaaf van eerder nageheven overdrachtsbelasting, afgewezen door de Inspecteur. De belanghebbende had op 23 december 1988 bedrijfspanden gekocht van vier zustervennootschappen en ging ervan uit dat een vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing was. De Inspecteur was van mening dat deze vrijstelling niet gold en hevelde overdrachtsbelasting over. Na bezwaar en beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur vernietigde en teruggaaf verleende, stelde de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie in. De Hoge Raad oordeelde dat de vernietiging van de koopovereenkomsten op grond van dwaling gerechtvaardigd was, omdat zowel de belanghebbende als de zustervennootschappen in de veronderstelling verkeerden dat er geen overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn. De Hoge Raad bevestigde dat de teruggaaf van overdrachtsbelasting kan worden verleend indien de toestand van vóór de verkrijging wordt hersteld door vernietiging. De Hoge Raad verklaarde het beroep van de Staatssecretaris ongegrond, en oordeelde dat er geen termen waren voor proceskostenvergoeding, aangezien partijen overeenkwamen dat belanghebbende geen aanspraak zou maken op proceskosten.