ECLI:NL:HR:2002:AE8463
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Ontslag en arbeidsovereenkomst tussen fotograaf en ANP
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2002 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Stichting Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) en een fotograaf, aangeduid als [verweerder]. De zaak betreft de vraag of het ontslag van [verweerder] door het ANP rechtsgeldig was. [Verweerder] had het ANP gedagvaard, stellende dat zijn ontslag nietig was en dat hij recht had op doorbetaling van zijn loon. De Kantonrechter te 's-Gravenhage had de vorderingen van [verweerder] afgewezen, waarna hij in hoger beroep ging bij de Rechtbank te 's-Gravenhage. De Rechtbank oordeelde in een tussenvonnis dat er nader onderzoek nodig was naar de omstandigheden van de arbeidsrelatie, en heeft een comparitie van partijen gelast. In het eindvonnis van 5 september 2001 heeft de Rechtbank geoordeeld dat er sprake was van een arbeidsovereenkomst en heeft zij de vorderingen van [verweerder] toegewezen.
Het ANP heeft tegen dit eindvonnis cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de vonnissen van de Rechtbank vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het ANP recht had op pleidooi en dat de Rechtbank ten onrechte het verzoek om pleidooi had afgewezen. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan [verweerder] opgelegd, begroot op € 378,22 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris. Dit arrest benadrukt het belang van het recht op pleidooi in civiele procedures en de noodzaak voor de rechter om alle relevante feiten en omstandigheden in overweging te nemen bij het vaststellen van een arbeidsovereenkomst.