ECLI:NL:HR:2003:AI0855
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake pleidooi in hoger beroep en cassatie van de vordering van een asielzoeker tegen het COA
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.F. Baltussen, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) gedagvaard voor de kantonrechter te 's-Gravenhage. Eiseres vorderde dat zij ten onrechte niet was ingedeeld in de functie van Opvangmedewerker B, schaal 6. De kantonrechter heeft op 7 juni 2000 de vordering van eiseres toegewezen. COA heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de rechtbank te 's-Gravenhage, waar eiseres om pleidooi heeft verzocht. Dit verzoek werd op 7 augustus 2001 door de rolrechter afgewezen, met de motivering dat het verzoek niet strookte met de goede procesorde en dat er geen nieuwe gezichtspunten te verwachten waren.
De rechtbank heeft op 19 december 2001 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vordering van eiseres afgewezen. Eiseres heeft hiertegen cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft in deze zaak geoordeeld dat de rolrechter ten onrechte het verzoek om pleidooi heeft afgewezen. De Hoge Raad benadrukt dat partijen in beginsel het recht hebben om hun standpunten bij pleidooi toe te lichten, en dat een verzoek om pleidooi slechts in uitzonderlijke gevallen mag worden geweigerd. Aangezien COA geen bezwaar heeft gemaakt tegen het pleidooi, heeft de Hoge Raad het middel van eiseres gegrond verklaard.
De Hoge Raad heeft de vonnissen van de rechtbank te 's-Gravenhage vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing. De beslissing omtrent de kosten van het geding in cassatie is gereserveerd, waarbij de kosten aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 388,75 aan verschotten en € 500,-- voor salaris, en aan de zijde van COA op nihil.