ECLI:NL:HR:2001:ZC3632
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- J.B. Fleers
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij aannemingsovereenkomst en de rol van algemene voorwaarden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Hardstaal Holding B.V. en Aannemersbedrijf Bovry B.V. De zaak betreft een geschil over een aannemingsovereenkomst die tussen de partijen tot stand zou zijn gekomen voor de staalconstructie van de sporthal 'Het Dok' te Dronten. Bovry, de verweerster in cassatie, had Hardstaal Holding gedagvaard voor de Rechtbank te Leeuwarden en vorderde betaling van een bedrag van ƒ 129.629,--, vermeerderd met wettelijke rente. De Rechtbank heeft de vordering van Bovry ten dele toegewezen, waarna Hardstaal Holding in hoger beroep ging bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Het Hof heeft het vonnis van de Rechtbank vernietigd en Hardstaal Holding veroordeeld tot betaling van ƒ 57.794,-- aan Bovry.
Hardstaal Holding heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het Hof, waarbij zij aanvoerde dat zij niet de juiste wederpartij was in de overeenkomst, maar Hardstaal B.V. De Hoge Raad heeft deze klacht verworpen, omdat het Hof had geoordeeld dat Bovry er in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van uit kon gaan dat zij met Hardstaal Holding had gecontracteerd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had vastgesteld dat de algemene voorwaarden van Bovry van toepassing waren op de rechtsverhouding tussen partijen, en dat de verwijzing naar deze voorwaarden in de offerte van 20 september 1994 relevant was voor de totstandkoming van de overeenkomst.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen en Hardstaal Holding veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste identificatie van de contractspartijen en de toepassing van algemene voorwaarden in aannemingsovereenkomsten.