ECLI:NL:GHAMS:2023:2519

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
25 oktober 2023
Zaaknummer
200.308.484/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid leasemaatschappij voor gevolgschade na diefstal van voertuig zonder LoJack-systeem

In deze zaak gaat het om een geschil tussen een leasemaatschappij, aangeduid als [appellante], en Hedin Automotive 4J B.V. over de aansprakelijkheid voor gevolgschade na de diefstal van een Range Rover. [appellante] stelt dat bij de aankoop van het voertuig is afgesproken dat het zou worden uitgerust met een LoJack-systeem, een na-diefstalsysteem. Na de diefstal van de Range Rover, die niet is teruggevonden, claimt [appellante] dat de schade het gevolg is van het ontbreken van dit systeem. Hedin betwist dat er een dergelijke afspraak is gemaakt en beroept zich op haar algemene voorwaarden, waarin aansprakelijkheid voor gevolgschade is uitgesloten.

De rechtbank heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de algemene voorwaarden van Hedin van toepassing zijn en dat de aansprakelijkheid voor gevolgschade is uitgesloten. [appellante] is in hoger beroep gegaan, waarbij zij twee grieven heeft ingediend. De eerste grief betreft de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, terwijl de tweede grief zich richt op de uitleg van de uitsluiting van aansprakelijkheid in die voorwaarden.

Het hof heeft geoordeeld dat Hedin voldoende duidelijk naar haar algemene voorwaarden heeft verwezen in de schriftelijke contacten die hebben geleid tot de overeenkomst. Het hof concludeert dat [appellante] de algemene voorwaarden van Hedin niet uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen, waardoor deze van toepassing zijn. Daarnaast oordeelt het hof dat de uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade in de algemene voorwaarden van Hedin geldig is en dat er geen feiten zijn die het beroep op deze uitsluiting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van [appellante] af.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.308.484/01
zaak- en rolnummer rechtbank Noord-Holland: C/15/315718/ HA ZA 21-244
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 september 2023
inzake
[appellante] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. R.C.J. Jacobs te Schijndel,
tegen:
HEDIN AUTOMOTIVE 4J B.V.,
voorheen geheten STERN 4J B.V.,
gevestigd te Purmerend,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.H. Adema te Utrecht.
Partijen worden hierna [appellante] en Hedin genoemd.

1.De zaak in het kort

Partijen verschillen van mening over de vraag of bij de aankoop van een Range Rover is afgesproken dat Hedin de Range Rover zou voorzien van een LoJack-systeem (een na-diefstalsyteem). [appellante] beantwoordt deze vraag bevestigend en houdt Hedin aansprakelijk voor de schade die zij lijdt aangezien na diefstal van de Range Rover, die niet is teruggevonden, is gebleken dat het LoJack-systeem ontbrak. Volgens [appellante] zou de Range Rover zijn teruggevonden als deze voorzien zou zijn geweest van een LoJack- systeem. Hedin betwist echter dat bij de aankoop zou zijn overeengekomen dat de Range Rover met een LoJack-systeem zou worden geleverd. Hedin doet voorts een beroep op haar algemene voorwaarden waarin zij de aansprakelijkheid voor gevolgschade heeft uitgesloten.

2.Het geding in hoger beroep

[appellante] is bij dagvaarding van 23 maart 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, van 2 maart 2022 onder het hierboven genoemde zaak- en rolnummer gewezen tussen [appellante] als eiseres en Hedin als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met productie;
- memorie van antwoord.
Partijen hebben hun standpunten ter zitting van 19 juni 2023 ieder aan de hand van pleitaantekeningen die zijn overgelegd, doen toelichten, [appellante] door mr. R.C.J. Jacobs voornoemd, en Hedin door mr. M.H. Adema.
Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellante] heeft, zakelijk weergegeven, geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende – uitvoerbaar bij voorraad – alsnog haar vorderingen zal toewijzen en Hedin zal veroordelen hetgeen [appellante] heeft voldaan ter uitvoering van het bestreden vonnis aan Heden terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling, een en ander onder veroordeling van Hedin in de kosten van het geding in beide instanties.
Hedin heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis met veroordeling van [appellante] in de kosten van de procedure in beide instanties.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 3.1 tot en met 3.9 de feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil, zodat het hof daarvan als vaststaand zal uitgaan. Samengevat komen de feiten neer op het volgende.
3.1
[appellante] is een leasemaatschappij. Hedin is een onderneming die diverse exclusieve merken van personenauto’s aanbiedt. Hedin handelde voorheen onder de naam Stern 4J B.V., en daarvoor onder de naam Jager Auto B.V.
3.2
Medio juli 2018 hebben partijen contact gehad over de aankoop van een Land Rover, type Range Rover Sport 3.0 (hierna: ‘de Range Rover’). [appellante] wenste dit type voertuig aan te kopen voor haar contractant [naam 1] (hierna: ‘ [naam 1] ’) en Hedin had dit type voertuig in haar bedrijfsvoorraad beschikbaar.
3.3
Op 12 juli 2018 heeft Hedin, vertegenwoordigd door [naam 2] (hierna: ‘ [naam 2] ’), de Range Rover aan [appellante] geoffreerd voor een bedrag van € 121.825,35 inclusief BTW. Op de offerte staan verschillende (fabrieks)opties vermeld waarmee de Range Rover wordt geleverd. Onderaan elke pagina van de offerte staat daarnaast de volgende passage:

Op iedere aanbieding van of overeenkomst met Jager Auto B.V. zijn van toepassing de algemene voorwaarden van SternDealers B.V., welke staan afgedrukt op de achterzijde van deze pagina. Deze algemene voorwaarden zijn te vinden opwww.jagerauto.nl
of www.stern.nl.’
3.4
In de ‘Algemene voorwaarden van Dealergroep Stern B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, ingeschreven in het handelsregister onder 33251952’ (hierna: de algemene voorwaarden) staat onder meer:

Art. 9: Garantie en aansprakelijkheid
(…)
7. Stern aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gevolgschade of indirecte schade, waaronder meer verstaan wordt: bedrijfsschade, vertragingsschade (anders dan wettelijke rente), schade wegens waardevermindering, gederfd genot, gederfde winst, of geleden verlies, schade in verband met kosten van vervangend vervoer of huur- en leasekosten, schade aan (goederen van) derden, ladingschade en persoonlijke of immateriële schade.
(…)”
3.5
Op 13 juli 2018 heeft [appellante] voor de Range Rover een leveringsopdracht opgesteld en verstuurd aan Hedin (hierna: ‘de leveringsopdracht’). De uiteindelijke koopprijs bedroeg € 121.832,42. Naast eerder genoemde (fabrieks)opties staat op de leveringsopdracht ‘LoJack Alarmklasse V’ vermeld voor een bedrag van € 449,00. LoJack is een na-diefstalsyteem (hierna: ‘LoJack-systeem). Aan de zijkant van de leveringsopdracht staat verder het volgende:
‘Transacties vinden plaats volgens de algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden gedeponeerd bij de KvK Noord-Nederland.’
3.6
Ook op de door Hedin aan [appellante] verzonden ‘Autoverkoop factuur’ van 18 juli 2018 en op de door Hedin op 20 juli 2018 ondertekende documenten bij aflevering van de Range Rover (‘Bewijs van inzet’ en ‘Melding aflevering’) is het LoJack-systeem vermeld.
3.7
Tussen 13 september 2020 21.00 uur en maandag 14 september 2020 10.30 is de Range Rover gestolen. [naam 1] heeft, mede namens [appellante] , op 14 september 12.40 uur aangifte gedaan bij de politie.
3.8
[appellante] heeft na de diefstal geconstateerd dat de Range Rover niet over een LoJack-systeem beschikte.
3.9
Op enig moment na 16 november 2020 heeft Hedin het ‘ten onrechte in rekening gebrachte bedrag’ van € 449,00 voor het LoJack-systeem aan [appellante] gecrediteerd.

4.Beoordeling

De vorderingen en het oordeel in eerste aanleg
4.1
[appellante] heeft in eerste aanleg primair de veroordeling van Hedin gevorderd tot betaling van € 89.646,26, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede veroordeling van Hedin in de proceskosten. Subsidiair heeft [appellante] de veroordeling van Hedin gevorderd tot betaling van een bedrag van € 83.999,54, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en rente, met veroordeling van Hedin in de proceskosten.
4.2
In eerste aanleg heeft de rechtbank geoordeeld dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn en dat Hedin de aansprakelijkheid voor de gevolgschade die [appellante] vordert in haar algemene voorwaarden heeft uitgesloten. De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat de algemene voorwaarden niet rechtsgeldig vernietigd zijn omdat [appellante] geen beroep toekomt op de vernietigingsgronden van artikel 6:233 en 6:234 BW. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellante] daarom afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten.
Standpunten van partijen
4.3
[appellante] komt met twee grieven op tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering. Grief 1 richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. Met grief 2 betoogt [appellante] dat artikel 5.9 van de algemene voorwaarden niet zou zien op de schade zoals die zich heeft voorgedaan.
4.4
Hedin heeft een en ander gemotiveerd weersproken. Zij betwist in de eerste plaats dat haar algemene voorwaarden niet van toepassing zouden zijn. In de tweede plaats betwist zij dat de schade die zich heeft voorgedaan, niet zou vallen onder de uitsluiting in haar algemene voorwaarden.
Bespreking grieven
4.5
Grief 1 richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de gesloten koopovereenkomst. De grief bestaat uit twee klachtonderdelen. In de eerste plaats klaagt [appellante] dat de rechtbank miskend heeft dat artikel 6:225 lid 3 BW in het onderhavige geval toepassing mist. Volgens [appellante] ziet artikel 6:225 lid 3 BW, dat een regeling geeft voor de zogenaamde
battle of forms, slechts op situaties ziet waarin de aanvaardende partij de eerste verwijzing naar de algemene voorwaarden van de eerste verwijzer niet uitdrukkelijk van de hand heeft gewezen; in het onderhavige geval heeft [appellante] de offerte van Hedin waarin is verwezen naar haar algemene voorwaarden echter niet geaccepteerd en houdt de leveringsopdracht van [appellante] een nieuw aanbod in.
4.6
Het hof stelt voorop dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 BW). Dat geldt ook voor op die overeenkomst toepasselijke algemene voorwaarden. Aanvaarding van een aanbod waarin wordt verwezen naar algemene voorwaarden leidt niet alleen tot totstandkoming van een overeenkomst, maar (ook) tot de (stilzwijgende) aanvaarding van die voorwaarden. Artikel 6:225 lid 3 BW bepaalt dat in het geval dat aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen, aan de tweede verwijzing geen werking toekomt, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen. De regel van artikel 6:225 lid 3 BW is ook van toepassing is in het geval dat het aanbod dat is gevolgd op een uitnodiging tot het doen van een aanbod, en die uitnodiging naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen (zie HR 13 juli 2007, ECLI:NL:HR:2001:ZC3632). Verder geldt dat een uitdrukkelijk van de hand wijzen als bedoeld in artikel 6:225 lid 3 BW niet reeds kan volgen uit de enkele in de correspondentie opgenomen voorgedrukte standaardtekst, waarin de toepasselijkheid van andere dan de eigen algemene voorwaarden al dan niet ‘uitdrukkelijk’ wordt afgewezen. Het moet voor de wederpartij duidelijk zijn dat het aanbod slechts wordt aanvaard indien niet de voorwaarden van de aanbieder, maar de eigen voorwaarden van toepassing zijn.
4.7
Het hof oordeelt dat Hedin in het eerste stuk van de keten van schriftelijke contacten dat heeft geleid tot totstandkoming van de overeenkomst voldoende duidelijk naar haar algemene voorwaarden heeft verwezen. Voor zover [appellante] niet akkoord wenste te gaan met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, had het op haar weg gelegen die uitdrukkelijk van de hand te wijzen. Omdat zij dat niet heeft gedaan, kan niet worden aangenomen dat het voor Hedin duidelijk was dat [appellante] de algemene voorwaarden van de hand wees. Dat betekent dat aan de (tweede) verwijzing van [appellante] naar haar algemene voorwaarden geen werking toekomt en dat de algemene voorwaarden op de koopovereenkomst van toepassing zijn.
4.8
Het tweede klachtonderdeel van grief 1 klaagt dat onduidelijk zou naar welke algemene voorwaarden Hedin van toepassing heeft willen verklaren; in de offerte van wordt verwezen naar de algemene voorwaarden van SternDealers B.V. terwijl de “Algemene voorwaarden Dealergroep Stern B.V.” worden overgelegd. Ook dit klachtonderdeel faalt. Op de offerte van Hedin van 12 juli 2018 wordt verwezen naar de algemene voorwaarden van “SternDealers B.V.”. Hedin heeft bij conclusie van antwoord een set algemene voorwaarden in het geding gebracht waarop onderaan iedere pagina is vermeld: “SternDealers B.V. algemene voorwaarden versie april 2015”. Op de eerste pagina staat bovenaan “Algemene voorwaarden van Dealergroep Stern B.V. (…) . Door [appellante] is niet, althans onvoldoende betwist dat Hedin zich ten tijde van het uitbrengen van de offerte van deze set algemene voorwaarden bediende, zodat het hof van de toepasselijkheid van die voorwaarden zal uitgegaan.
4.9
Met grief 2 voert [appellante] aan dat artikel 9 lid 7 van de algemene voorwaarden slechts ziet op de situatie dat er sprake is van gevolgschade als gevolg van ondeugdelijk geleverde zaken; in casu is volgens haar helemaal geen zaak geleverd zodat dit artikel toepassing mist. Voorts stelt [appellante] dat een beroep van Hedin op de in dit artikel opgenomen uitsluiting van aansprakelijkheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarnaast stelt [appellante] dat sprake is van een gemiste kans op het terugvinden van de auto, hetgeen niet als gevolgschade kan worden aangemerkt.
4.1
Het hof volgt [appellante] niet in haar uitleg van artikel 9 lid 7 van de algemene voorwaarden. Dat deze uitsluiting slechts zou zien op gevolgschade als gevolg van onvolledig of ondeugdelijk geleverde zaken en niet op niet geleverde zaken, valt in de bepaling niet te lezen. De door [appellante] bepleite benadering waarin lid 7 in samenhang wordt gelezen met lid 5 (waarin aansprakelijkheid wordt uitgesloten voor het geval Hedin ondeugdelijke zaken levert) en alleen wordt geacht te zien op gevolg-/indirecte schade als gevolg van levering van ondeugdelijke zaken, is niet te verenigen met de bepaling in lid 7 dat ‘iedere vorm’ van gevolgschade of indirecte schade van vergoeding is uitgesloten. Daar komt bij [appellante] hiermee uitgaat van de situatie dat Hedin niets geleverd zou hebben, die zich hier echter niet voordoet omdat de koopovereenkomst zag op de levering van een Range Rover, die wel (maar zonder LoJack systeem) is geleverd. Voorts is de diefstal dan wel het niet terugvinden van de Range Rover schade die indirect voorkomt uit een schadeveroorzakende gebeurtenis, die valt onder het bereik van artikel 9 lid 7 algemene voorwaarden.
4.11
Feiten en omstandigheden waaruit kan volgen dat het beroep van Hedin op het exoneratiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zijn onvoldoende gesteld of gebleken. Anders dan [appellante] stelt, leidt deze bepaling niet ertoe dat Hedin altijd ‘weg kan komen’ met toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst; slechts – voor zover van belang – de aansprakelijkheid voor gevolgschade daarvan is uitgesloten. [appellante] betoogt voorts dat aan de zijde van Hedin sprake is van opzet en bewuste roekeloosheid waardoor het – zo begrijpt het hof – haar beroep op deze exoneratie naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht. Dit betoog gaat reeds niet op omdat de ter zitting gedane verwijzing naar de mail van Bouwman van [appellante] van 18 september 2020, opgesteld na de diefstal, onvoldoende is om opzet of bewuste roekeloosheid aan te nemen. In deze mail schrijft Bouwman: “
Tijdens het gesprek tussen Martin P. en Chris van Wezel is gebleken dat destijds bewust gekozen is om LoJack niet te installeren, daar de HSE-uitvoering zelf voorzien is van een Alarmklasse V systeem.”Dit bericht kan de conclusie niet rechtvaardigen dat Hedin (bewust) ervoor heeft gekozen om tegen de afspraken in, geen LoJack-systeem in te bouwen in de Range Rover.
4.12
De bewijsaanbiedingen hebben geen betrekking op voldoende concrete stellingen die, indien bewezen, tot een ander oordeel in deze zaak dienen te leiden. De bewijsaanbiedingen zullen daarom als niet ter zake dienend worden gepasseerd.
Slotsom en proceskosten
4.13
Het voorgaande betekent dat de grieven van [appellante] falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellante] zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

5.Beslissing

Het hof:
rechtdoende in hoger beroep:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Hedin begroot op € 2.135,- aan verschotten en op € 6.471,- voor salaris;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.F. Aalders, L. Alwin en T. Riyazi en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 september 2023.