Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2. Feiten
Bij e-mail van 17 september 2011 heeft [E] namens Spie haar inkoopvoorwaarden aan Donghua gezonden. De e-mail houdt in:
Zoals besproken kunnen wij op basis van uw jaarbehoefte onze Donghua rollenketting als volgt aanbieden:
3.Beoordeling
-9°C tot -14,4 °C stolde. De rechtbank heeft Spie opgedragen dat laatste te bewijzen. Bij eindvonnis van 24 september 2014 heeft de rechtbank geoordeeld dat Spie niet in het door haar te leveren bewijs was geslaagd en de vorderingen van Spie afgewezen. Tegen deze beslissingen en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt Spie met vijf grieven op.
Artikel 6:225 lid 3 BW bepaalt vervolgens dat in het geval dat aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen, aan de tweede verwijzing geen werking toekomt, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 13 juli 2007 (ECLI:NL:HR:2001: ZC3632) geoordeeld dat de regel van artikel 6:225 lid 3 BW ook van toepassing is in het geval dat het aanbod dat is gevolgd op een uitnodiging tot het doen van een aanbod, en die uitnodiging naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen. Verder geldt dat een uitdrukkelijk van de hand wijzen als bedoeld in artikel 6:225 lid 3 BW niet reeds kan volgen uit de enkele in de correspondentie opgenomen voorgedrukte standaardtekst, waarin de toepasselijkheid van andere dan de eigen algemene voorwaarden al dan niet ‘uitdrukkelijk’ wordt afgewezen. Het moet voor de wederpartij duidelijk zijn dat het aanbod slechts wordt aanvaard indien niet de voorwaarden van de aanbieder, maar de eigen voorwaarden van toepassing zijn.