ECLI:NL:HR:2000:AA8108
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- R. Herrmann
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige handelingen van GEM met betrekking tot luchtverontreiniging door tapiocameel
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure waarbij de Hoge Raad zich buigt over de onrechtmatige handelingen van GEM, die betrokken is bij de overslag van tapioca. De tuinders, die glas-tuinbouwbedrijven exploiteren in de nabijheid van de overslagactiviteiten, hebben GEM aangeklaagd wegens schade die zij lijden door de uitstoot van tapiocameel. De Rechtbank te Rotterdam heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat GEM onrechtmatig handelt door zonder de vereiste vergunningen overslagactiviteiten uit te voeren. Dit oordeel is door het Gerechtshof te 's-Gravenhage in een eindarrest bekrachtigd, maar GEM heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest.
De Hoge Raad oordeelt dat de onrechtmatigheid van GEM's handelen in beginsel vaststaat, maar dat het nog moet worden onderzocht of GEM zich heeft gehouden aan de normen voor luchtverontreiniging die in de verleende vergunningen zijn neergelegd. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De Hoge Raad legt ook de proceskosten op aan de tuinders, die in cassatie in het ongelijk zijn gesteld.
De zaak benadrukt de noodzaak voor bedrijven om te voldoen aan milieuvoorschriften en vergunningseisen, en de rol van de rechterlijke macht in het waarborgen van deze naleving. De uitspraak heeft implicaties voor de bescherming van de belangen van omwonenden en de verantwoordelijkheden van bedrijven in het kader van luchtverontreiniging.