In deze zaak, die op 20 juni 2022 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, betreft het een burengeschil tussen twee eigenaren van aangrenzende percelen in Coral Cliff. De eiser, wonende in Curaçao, heeft een zwembad gebouwd op zijn perceel zonder de benodigde bouwvergunning, die pas later is verleend. De gedaagde, gevestigd in Groningen, Nederland, heeft bezwaar gemaakt tegen de bouwwerkzaamheden en de verhoging van de scheidingsmuur tussen de percelen. De eiser heeft de muur verder verhoogd en verbreed, wat heeft geleid tot een escalatie van het conflict. De gedaagde heeft de eiser gesommeerd om de bouwwerkzaamheden te staken en de muur af te breken, terwijl de eiser op zijn beurt vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde wegens geluidsoverlast en inbreuk op zijn privacy door camera's.
Tijdens de rechtszitting op 3 november 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de gedaagde onder andere geluidsopnames heeft overgelegd ter onderbouwing van haar claims. Het gerecht heeft geoordeeld dat de muur volledig op het perceel van de eiser staat en dat de eiser zal worden veroordeeld tot gedeeltelijke afbraak van de muur tot een hoogte van anderhalve meter. De vordering van de gedaagde om het zwembad af te breken is afgewezen, omdat de eiser inmiddels over een bouwvergunning beschikt. Het gerecht heeft ook geoordeeld dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde geluidsoverlast en dat de camera's van de gedaagde geen inbreuk op de privacy van de eiser maken.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de eiser heeft een maand de tijd gekregen om aan de veroordeling tot afbraak van de muur te voldoen, met een dwangsom voor elke dag dat hij in gebreke blijft.