ECLI:NL:HR:2000:AA7041
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van medische professionals voor schade aan minderjarige na medische behandeling
In deze zaak hebben de ouders van een minderjarige, die na een medische behandeling ernstige schade heeft opgelopen, cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof. De ouders, die als wettelijke vertegenwoordigers van hun kind optraden, vorderden schadevergoeding van de betrokken medische professionals en het ziekenhuis. De Rechtbank had eerder de vorderingen van de ouders toegewezen, maar het Gerechtshof vernietigde dit vonnis en wees de vorderingen af. De ouders stelden dat de artsen en het ziekenhuis wanprestatie hadden gepleegd, wat door het Hof werd betwist. Het Hof oordeelde dat de ouders niet pro se met de artsen hadden gecontracteerd, maar uitsluitend als vertegenwoordigers van hun kind. Dit oordeel werd door de Hoge Raad bevestigd, die oordeelde dat de ouders niet voldoende bewijs hadden geleverd dat zij ook voor zichzelf een overeenkomst met de artsen waren aangegaan. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de ouders in de kosten van het geding in cassatie. De zaak benadrukt de complexiteit van aansprakelijkheid in medische behandelingen, vooral wanneer minderjarigen betrokken zijn, en de noodzaak voor duidelijke afspraken tussen partijen.