ECLI:NL:HR:2000:AA4719
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Neleman
- J. Heemskerk
- M. Jansen
- K. Kop
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval op Curaçao met fatale afloop en schadevergoeding voor nabestaanden
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat op 8 januari 1991 plaatsvond op de Weg naar Westpunt te Curaçao. Bij dit ongeval waren [bestuurder] en [eigenaar auto] betrokken, die samen werden aangeklaagd door [weduwe van voetganger 1], de weduwe van een voetganger die bij het ongeval om het leven kwam. De weduwe vorderde schadevergoeding voor zichzelf en haar drie minderjarige kinderen. Het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen oordeelde dat het ongeval voor 75% te wijten was aan de schuld van [bestuurder] en veroordeelde hem en [eigenaar auto] tot betaling van NAƒ 161.701,-- aan de weduwe. Dit vonnis werd later door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba vernietigd, waarbij het Hof de schadevergoeding verlaagde tot NAƒ 101.720,--.
Tegen deze uitspraak hebben [bestuurder] en [eigenaar auto] cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd met betrekking tot de schadevergoeding en vernietigde de eerdere vonnissen van het Hof. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het Hof voor verdere behandeling en beslissing, waarbij ook de kosten van het geding in cassatie aan de weduwe werden opgelegd. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak om bij schadevergoeding rekening te houden met de financiële omstandigheden van de nabestaanden en de rol van verzekeringsuitkeringen in dit proces.