ECLI:NL:HR:1998:AA2274
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Fleers
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en aftrekbaarheid van studiekosten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 25 november 1997 werd gedaan. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995, waarbij aan belanghebbende een aanslag werd opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 25.772,--. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep van belanghebbende.
In het cassatiegeding heeft de Staatssecretaris van Financiën een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad beoordeelt de middelen die door belanghebbende zijn ingediend. Een belangrijk punt in deze zaak is de vraag of het verschil tussen het voor een assistent in opleiding geldende salaris en het daadwerkelijk ontvangen salaris, dat lager is, kan worden gezien als een uitgave die in aanmerking komt voor aftrek. De Hoge Raad oordeelt dat dit verschil niet door belanghebbende is genoten en dus geen deel uitmaakt van zijn vermogen. Hierdoor kan het niet worden aangemerkt als een uitgave ter zake van opleiding of studie voor een beroep.
De Hoge Raad concludeert dat de middelen van belanghebbende falen en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen. Dit arrest is op 23 december 1998 vastgesteld door vice-president A. Stoffer, samen met de raadsheren J. Fleers en M. Monné, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier Bolle.