ECLI:NL:HR:1996:AA1999
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Urlings
- H. Herrmann
- C.H.M. Jansen
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem inzake aanslag inkomstenbelasting 1992
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, die betrekking heeft op de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992 van belanghebbende, aangeduid als X. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 45.794, maar na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verlaagde tot ƒ 45.410. De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
In de cassatieprocedure is vastgesteld dat belanghebbende werkzaam is als artsenbezoeker en dat hij een kantoorruimte in zijn woning gebruikt voor zijn werkzaamheden. Hij heeft geen andere inkomsten uit arbeid dan die uit zijn dienstbetrekking. Het Hof heeft geoordeeld dat belanghebbende zijn werkzaamheden grotendeels vanuit zijn kantoorruimte thuis heeft verricht, wat in cassatie niet met vrucht kan worden bestreden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de inkomsten van belanghebbende voor de toepassing van artikel 36, lid 1, letter b, onder 2°, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 grotendeels in of vanuit de kantoorruimte in zijn woning zijn verworven.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van de Staatssecretaris van Financiën en oordeelt dat deze in de proceskosten van belanghebbende moet worden veroordeeld. De kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand worden vastgesteld op ƒ 355. Tevens wordt er een recht geheven van ƒ 300 voor de Staatssecretaris van Financiën in verband met het beroep.