Uitspraak
Eerste Kamer
Nr. 14.832
AS
gevestigd te Rijen , gemeente Gilze en Rijen ,
EISERES tot cassatie,
advocaat: voorheen Mr. G.M.M. den Drijver,
thans Mr. M.J. Schenck,
wonende te Belicum
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: Mr. G. Snijders.
De Curator heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Kin toegelicht door Mr. G.M.M. den Drijver voornoemd en voor de Curator door diens advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal Hartkamp strekt tot verwerping van het beroep.
Verweerder in cassatie is curator in het op 12 oktober 1988 uitgesproken faillissement van Probouw . In september 1988 had Kin een opeisbare geldvordering op Probouw ter zake van verrichte werkzaamheden en/of geleverde materialen van f 85.391,59. Op of omstreeks 23 september 1988 heeft Kin zich gewend tot Probouw teneinde betaling van deze vordering te verkrijgen. Omdat Probouw , naar haar directeur te kennen gaf, toen niet in staat was genoemd bedrag te betalen, kwamen Kin en Probouw nader overeen dat laatstgenoemde een haar toebehorende onroerende zaak zou overdragen aan Kin , onder verrekening van (een gedeelte van) de koopprijs met de openstaande vordering. Ter uitvoering van deze nadere overeenkomst heeft Probouw op 27 september 1988 een perceel bouwterrein aan Kin overgedragen tegen een - door de beide procespartijen als reëel aangemerkte - koop/aanneemsom van
f133.980,--, waarop Kin , na verrekening van haar vordering op Probouw , het restant in handen van de behandelend notaris heeft gestort.
Stellende dat het hier gaat om een door Probouw onverplicht verrichte handeling waardoor haar schuldeisers zijn benadeeld, en dat zowel zij als Kin bij het verrichten van deze handeling de wetenschap bezaten dat zodanige benadeling daarvan het gevolg zou zijn, heeft de Curator op de voet van art. 42 F. de nietigheid van de transactie ingeroepen en gevorderd Kin te veroordelen de haar door Probouw geleverde zaak weer aan deze over te dragen. De Rechtbank heeft de transactie nietig geoordeeld. Bij zijn in cassatie bestreden arrest heeft het Hof de door Kin tegen dat oordeel aangevoerde appelgrieven verworpen en de vordering toegewezen. Daartegen keert zich het middel.
Onder (b) behelst het onderdeel een klacht, die uitgaat van een onjuiste lezing van 's Hofs arrest en dus bij gebreke van feitelijke grondslag niet tot cassatie kan leiden.
Onder (b) keert het onderdeel zich tegen een rechtsoverweging die door het Hof ten overvloede is gegeven en zijn beslissing niet draagt. In zoverre kan het onderdeel dus bij gebreke van belang niet tot cassatie leiden.
veroordeelt Kin in de kosten van het geding in cassatie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Curator begroot op
f457,20 aan verschotten en
f2.500,-- voor salaris.
18 december 1992.